2012-CTIVD-Lustrumboek.pdf

(427 KB) Pobierz
H
ET TOEZICHT OP DE
INLICHTINGEN
-
EN VEILIGHEIDSDIENSTEN
:
DE NOODZAAK VAN KRACHTIGER SAMENSPEL
D
E VERTREKPUNTEN EN UITKOMSTEN
VAN EEN GESPREKSRONDE
Prof. em. dr. Cyrille Fijnaut
Woord vooraf
Toen de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdienst het plan
opvatte om het tienjarig bestaan van de Wet op de inlichtingen en veiligheidsdiensten en dus
ook van de CTIVD niet ongemerkt voorbij te laten gaan, rees onmiddellijk de vraag: hoe dan?
Het antwoord op die vraag werd spoedig gevonden. We vragen Professor Cyrille Fijnaut of hij
bereid is om, mede op basis van een rondgang langs een flink aantal betrokkenen, zijn licht te
laten schijnen op wat de afgelopen tien jaren op toezichtsgebied hebben opgeleverd.
Tot groot genoegen van de CTIVD heeft professor Fijnaut de hem toegeworpen handschoen
onmiddellijk opgenomen.
Het resultaat van zijn noeste arbeid gedurende enkele maanden ligt nu voor U.
De CTIVD hecht er aan te doen opmerken dat professor Fijnaut zijn werkzaamheden in volkomen
onafhankelijkheid heeft verricht. Het gaat om zijn bevindingen, niet om die van de CTIVD.
Zijn werk verdient het om goed bestudeerd en kritisch tegen het licht gehouden te worden.
Bert van Delden
Voorzitter CTIVD
INHOUDSOPGAVE
1.
1.1.
1.2.
1.3.
1.4.
1.5.
Algemene inleiding
...................................................................................................................
1
De aanleiding: tien jaar WIV
........................................................................................................
1
Het stelsel van extern en intern toezicht
................................................................................
2
De aanpassing van de vraagstelling
...........................................................................................
5
De aanpak, het verloop en de analyse van de gesprekken
.................................................
6
De opbouw van het rapport
.......................................................................................................
9
DEEL I: DE VERTREKPUNTEN VAN DE GESPREKSRONDE
2.
De taken, bevoegdheden en activiteiten van de AIVD en de MIVD
.................
15
2.1. De taken en bevoegdheden van de AIVD en de MIVD
.....................................................
15
2.2. De activiteiten van de AIVD
.....................................................................................................
18
2.3. De activiteiten van de MIVD
....................................................................................................
19
3.
De wettelijke grondslagen van het toezicht
...............................................................
21
3.1. Het wettelijk kader van de CTIVD
..........................................................................................
21
3.1.1. De regeling in de WIV
................................................................................................................
21
3.1.2. De parlementaire discussie over de instelling van de Commissie
.................................
23
3.2. Het wettelijk kader van de Algemene Rekenkamer en de Nationale ombudsman
...
25
3.2.1. De Algemene Rekenkamer
........................................................................................................
25
3.2.2. De Nationale ombudsman
........................................................................................................
25
4.
De praktijk van het stelselmatige niet-parlementaire toezicht
.........................
27
4.1. De CTIVD, de AIVD en de MIVD
.............................................................................................
27
4.1.1. De taakstelling van de Commissie
..........................................................................................
27
4.1.2. De onderzoeken van de Commissie
.......................................................................................
30
4.1.3. De adviesfunctie van de Commissie
......................................................................................
38
4.1.4. De rol van de Commissie bij de behandeling van klachten
............................................
38
4.1.5. De buitenlandse relaties van de Commissie
........................................................................
39
4.1.6. De onderzoekscapaciteit van de Commissie
.......................................................................
40
4.2. De Algemene Rekenkamer, de AIVD en de MIVD
...............................................................
41
4.3. De Nationale ombudsman, de AIVD en de MIVD
...............................................................
42
Zgłoś jeśli naruszono regulamin