201611xx_Eskens-et-al._UvA-IViR_Geheime-surveillance-en-opsporing.pdf

(954 KB) Pobierz
Geheime surveillance en opsporing
Richtsnoeren voor de inrichting van wetgeving
S.J. Eskens, O.L. van Daalen en N.A.N.M. van Eijk
Instituut voor Informatierecht (IViR, Universiteit van Amsterdam)
November 2016
2
Inhoud
Voorwoord .............................................................................................................................................. 5
1
2
Inleiding........................................................................................................................................... 7
Juridisch kader ................................................................................................................................ 9
2.1
2.2
2.3
2.4
Het juridisch kader .................................................................................................................. 9
Nationale veiligheid versus opsporing van strafbare feiten ................................................. 12
Het geheime karakter van surveillance ................................................................................ 13
Tien richtsnoeren voor geheime surveillance ....................................................................... 15
Compleet toezicht ......................................................................................................... 15
Toezicht op alle fasen van gegevensverwerking ........................................................... 17
Onafhankelijk toezicht .................................................................................................. 17
Voorafgaand toezicht .................................................................................................... 19
Onrechtmatigheden voorkomen, beëindigen, of herstellen ........................................ 20
Tegenspraak .................................................................................................................. 21
Voldoende middelen voor effectief toezicht ................................................................ 23
Transparantie ................................................................................................................ 23
Opvraagbaarheid van informatie .................................................................................. 25
Informatieverstrekking door derden ............................................................................ 26
2.4.1
2.4.2
2.4.3
2.4.4
2.4.5
2.4.6
2.4.7
2.4.8
2.4.9
2.4.10
3
Wetsvoorstel Computercriminaliteit III ........................................................................................ 29
3.1
3.2
3.3
De hackbevoegdheid............................................................................................................. 29
De hackbevoegdheid in het licht van de tien richtsnoeren .................................................. 31
Overige wetsvoorstellen ....................................................................................................... 43
4
5
6
Conclusies ..................................................................................................................................... 44
Literatuur ...................................................................................................................................... 48
Over de auteurs ............................................................................................................................ 52
3
4
Voorwoord
Effectief toezicht en transparantie zijn centrale elementen bij het vormgeven en evalueren van de
wettelijke waarborgen rond digitale geheime surveillance door nationale inlichtingen- en
veiligheidsdiensten. De eerdere IViR-studie
‘Ten
standards for oversight and transparency of national
intelligence services’
formuleert tien richtsnoeren die dit verder uitwerken.
Deze
quickscan
behandelt de vraag in hoeverre deze tien richtsnoeren ook van toepassing zijn op
geheime surveillance in het kader van de opsporing van strafbare feiten. Het belang van het
onderzoek wordt ingegeven door het feit dat in een aantal recente wetsvoorstellen nieuwe
bevoegdheden voor het verzamelen en verwerken van persoonsgegevens worden geïntroduceerd.
Het wetsvoorstel Computercriminaliteit III is een typisch voorbeeld van deze ontwikkeling en wordt
daarom gebruikt om te illustreren hoe de geformuleerde richtsnoeren toegepast kunnen worden.
Dit rapport is mede mogelijk gemaakt door bijdragen van een consortium bestaande uit KPN,
Vodafone en Ziggo. Het onderzoek is uitgevoerd in overeenstemming met de Verklaring van
wetenschappelijke onafhankelijkheid van de KNAW.
De auteurs danken Prof. mr. Tom Blom, hoogleraar straf(proces)recht aan faculteit der
rechtsgeleerdheid (Universiteit van Amsterdam), voor zijn kritische commentaar en suggesties.
Amsterdam, november 2016
5
Zgłoś jeśli naruszono regulamin