ctivd-rapport-26.pdf

(306 KB) Pobierz
TOEZICHTSRAPPORT
inzake
DE UITVOERING VAN
DE INLICHTINGENTAAK BUITENLAND
DOOR DE AIVD
CTIVD Nr. 26
23 februari 2011
C
OMMISSIE VAN
T
OEZICHT
BETREFFENDE
DE
I
NLICHTINGEN
-
EN
V
EILIGHEIDSDIENSTEN
CTIVD nr. 26
TOEZICHTSRAPPORT
Inzake de rechtmatigheid van de uitvoering van de inlichtingentaak buitenland door de AIVD
Inhoudsopgave
Samenvatting.........................................................................................................................................
i
1
2
Inleiding........................................................................................................................................
1
De opzet van het onderzoek
...................................................................................................... 1
3
Theoretisch kader inlichtingentaak buitenland....................................................................
2
3.1
3.2
3.3
3.4
Wettelijke achtergrond van de taak........................................................................................
2
Nationale veiligheid
............................................................................................................... 3
Vitale economische belangen..................................................................................................
4
Aanwijzingsbesluit ................................................................................................................ 5
3.5
Bijzondere bevoegdheden in het kader van de inlichtingentaak buitenland...........................
6
3.5.1 Bijzondere bevoegdheden en de nationale veiligheid............................................... 6
3.5.2 Bijzondere bevoegdheden in het buitenland .............................................................. 7
4
Vormgeving van de inlichtingentaak buitenland...............................................................
10
4.1
4.2
Aanwijzingsbesluit .............................................................................................................. 10
Eenheid Inlichtingen Buitenland.........................................................................................
11
4.3
Betrokken instanties.............................................................................................................
13
4.3.1 Ministerie van Algemene Zaken ................................................................................ 13
4.3.2 Ministerie van Buitenlandse Zaken ........................................................................... 15
4.3.3 MIVD .............................................................................................................................. 16
4.3.4 Buitenlandse diensten .................................................................................................. 17
5
Onderzoekspraktijk van de eenheid Inlichtingen Buitenland
........................................ 18
5.1
Gebondenheid aan de taakstelling........................................................................................
18
5.1.1 Aanwijzingsbesluit ....................................................................................................... 18
5.1.2 Vitale economische belangen en energievoorzieningszekerheid .......................... 18
5.2
Inzet van bijzondere bevoegdheden algemeen
...................................................................... 20
5.3
Inzet van agenten en informanten
....................................................................................... 21
5.3.1 Algemeen ....................................................................................................................... 21
5.3.2 Operationele veiligheid van informanten en agenten in het buitenland.............. 23
5.3.3 Dossiervorming............................................................................................................. 24
5.3.4 Financiële verantwoording ......................................................................................... 25
5.3.5 Afbouw van informanten en agenten........................................................................ 25
5.4
5.5
5.6
Inzet van Sigint
................................................................................................................... 25
Inzet van taps.......................................................................................................................
27
Externe verstrekking
............................................................................................................ 27
6
Conclusies en aanbevelingen..................................................................................................
28
C
OMMISSIE VAN
T
OEZICHT
BETREFFENDE
DE
I
NLICHTINGEN
-
EN
V
EILIGHEIDSDIENSTEN
CTIVD nr. 26
SAMENVATTING
Bij het toezichtsrapport inzake de rechtmatigheid van de
uitvoering van de inlichtingentaak buitenland door de
AIVD
Het onderzoek van de Commissie richt zich op de uitvoering van de inlichtingentaak
buitenland door de AIVD in de periode van januari 2006 tot juli 2010. De AIVD heeft deze
taak sinds de inwerkingtreding van de Wiv 2002. De inlichtingentaak buitenland is
toebedeeld aan een aparte eenheid binnen de dienst, de eenheid Inlichtingen Buitenland. De
AIVD mag bij de uitvoering van de inlichtingentaak buitenland, net zoals bij de uitvoering
van de traditionele veiligheidstaak, bijzondere, op de privacy inbreuk makende
bevoegdheden inzetten. Deze bijzondere bevoegdheden worden niet alleen in Nederland
maar ook in het buitenland ingezet, hetgeen op gespannen voet staat met de soevereiniteit
van andere landen. Naar het oordeel van de Commissie kan dit alleen gebillijkt worden
indien bij ieder optreden van de AIVD in het buitenland de Wiv 2002 naar analogie wordt
toegepast.
De minister-president benoemt in het aanwijzingsbesluit de onderwerpen en regio’s die de
AIVD in het kader van deze taak onderzoekt. De inlichtingenproducten van de eenheid
Inlichtingen Buitenland worden ten behoeve van de beleidsbepaling verstrekt aan
verschillende departementen, waarbij het ministerie van Buitenlandse Zaken de belangrijkste
afnemer is. Afstemming tussen de AIVD en het ministerie van Buitenlandse Zaken is
noodzakelijk voor een goede uitvoering van de inlichtingentaak buitenland en de Commissie
constateert dat deze afstemming in toenemende mate plaatsvindt.
Niet alleen de AIVD maar ook de MIVD verricht onderzoek naar het buitenland. De
werkverhouding tussen de diensten is ten aanzien van de uitvoering van de inlichtingentaak
buitenland in de onderzochte periode verbeterd, zij het dat deze nooit vrij is van spanningen.
De Commissie onderstreept het belang van de reeds bestaande samenwerkingsverbanden en
van nauwe contacten tussen de teams van de AIVD en de MIVD die zich afzonderlijk van
elkaar met dezelfde materie bezighouden. Het verschil van mening tussen de AIVD en de
MIVD over de werkwijze van de Nationale Sigint Organisatie leent zich voor een nauwe, op
probleemoplossing gerichte betrokkenheid van de coördinator voor de inlichtingen- en
veiligheidsdiensten.
De professionaliteit van de eenheid Inlichtingen Buitenland is in de onderzochte periode
toegenomen. De Commissie heeft geen indicaties gevonden dat deze eenheid onderzoek
heeft verricht naar onderwerpen en regio’s die buiten het bereik van het aanwijzingsbesluit
vallen. De motiveringen van de inzet van bijzondere bevoegdheden in het kader van de
inlichtingentaak buitenland tonen aan dat de eenheid Inlichtingen Buitenland doordacht te
werk gaat. In enkele gevallen heeft de Commissie onzorgvuldigheden en onrechtmatigheden
geconstateerd. Het betreft specifieke gevallen waarbij sprake was van gebrekkige motivering
i
van de inzet van bijzondere bevoegdheden, onzorgvuldig handelen van operationeel
medewerkers in het buitenland en onvoldoende betrokkenheid van leidinggevenden, een
gebrek aan financiële controle, het ontbreken van toestemming voor de inzet van twee
agenten en van het tekortschieten in de zorgplicht voor de veiligheid van een agent.
De Commissie acht het van groot belang dat met kennis en ervaring op het gebied van de
inlichtingentaak buitenland kritisch wordt gewerkt aan een betere voorbereiding en een
meer structurele en tijdige evaluatie van operationele activiteiten in het buitenland. Zo is het
noodzakelijk om operationeel medewerkers die in het kader van de inlichtingentaak
buitenland contacten onderhouden met informanten en agenten in het buitenland goed te
begeleiden. De Commissie acht het essentieel dat de thuisbasis zicht houdt op de operaties in
het buitenland en de operationeel medewerkers, opdat eventuele operationele problemen in
een vroeg stadium worden gesignaleerd en zo nodig bijsturing kan plaatsvinden. Ook dient
voorafgaande aan het opereren in een voor een agent mogelijk risicovolle regio een risico-
analyse opgesteld te worden. Hierin dient aandacht te worden besteed aan de persoon van
de agent in relatie tot zijn opdracht, aan zijn motivatie en aan zijn betrouwbaarheid.
Daarnaast beveelt de Commissie aan om pas tot het opereren in een voor de agent mogelijk
risicovolle regio over te gaan nadat er voldoende objectieve informatie is verzameld op basis
waarvan ten behoeve van de risico-analyse een gedegen afweging gemaakt kan worden over
de risico’s van de activiteiten van de agent in de betreffende regio.
De Commissie signaleert dat de eenheid Inlichtingen Buitenland, na lange tijd te weinig
aandacht te hebben besteed aan de dossiervorming van agentendossiers, zich inmiddels
inzet om grotere zorgvuldigheid te betrachten. Het bij iedere agentenoperatie opstellen van
een operatieplan kan hier naar het oordeel van de Commissie toe bijdragen. Ten slotte dient
in de inlichtingenproducten die de AIVD in het kader van de inlichtingentaak buitenland
verstrekt, ten behoeve van de bruikbaarheid voor de ontvanger, ofwel de bron ofwel de mate
van betrouwbaarheid te worden aangeduid. De Commissie constateert dat de AIVD dit niet
altijd doet en dringt erop aan deze werkwijze aan te passen.
Zie voor een uitgebreid overzicht van de conclusies en aanbevelingen van de Commissie
paragraaf 6 van het toezichtsrapport.
ii
Zgłoś jeśli naruszono regulamin