ctivd-rapport-54-bijlage-I.pdf

(306 KB) Pobierz
Bijlage I
Opzet en methodiek
bij het toezichtsrapport
over de uitvoering van inzageverzoeken
persoonsgegevens door de AIVD en de MIVD
CTIVD nr. 54
14 juli 2017
Commissie van Toezicht
op de Inlichtingen- en
Veiligheidsdiensten
CTIVD nr. 54
BIJLAGE I
bij het toezichtsrapport
over de uitvoering van inzageverzoeken
persoonsgegevens door de AIVD en de MIVD
Leeswijzer
In deze bijlage komen de volgende onderwerpen aan bod:
De inrichting van het onderzoek. Hierbij komt aan de orde hoe dit onderzoek naar de uitvoering
van inzageverzoeken over persoonsgegevens past binnen het bredere thema van transparantie
over de verwerking van persoonsgegevens door de diensten.
Het tijdsverloop van het onderzoek.
De afbakening van het onderzoek. Hier wordt toegelicht waar het onderzoek geen betrekking op
heeft.
De wijze waarop het onderzoek is uitgevoerd. Dit wordt voor de Algemene Inlichtingen- en Veilig-
heidsdienst (AIVD) en de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) afzonderlijk toegelicht.
Hoe is het onderzoek ingericht?
De Commissie van Toezicht op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (CTIVD) verricht een onderzoek
naar de onderwerpen notificatie en inzage (verzoeken tot kennisneming) bij de AIVD en de MIVD. Het
onderzoek naar deze onderwerpen is op 3 maart 2016 aangekondigd.
1
Met dit toezichtsrapport is het
tweede deel van het onderzoek afgerond. Het eerste deel betreft het onderzoek naar de uitvoering van
de notificatieplicht. Dit onderzoek heeft geresulteerd in toezichtsrapport nr. 51, dat op 1 februari 2017
aan de Tweede Kamer is aangeboden. De beide ministers hebben de aanbevelingen overgenomen.
In de aankondiging is toegelicht dat beide onderwerpen worden behandeld binnen één onderzoek dat
als centraal thema ‘transparantie over de verwerking van persoonsgegevens’ heeft. Het verbindende
element is dat beide onderwerpen de relatie tussen overheid en burger betreffen. Zij beogen een
individuele burger, waar dat volgens de wet mogelijk is, een antwoord te geven op de vraag in hoeverre
de diensten zijn persoonsgegevens hebben verwerkt. Deze kennis maakt het ook mogelijk vermeend
onrechtmatig handelen van een dienst aan de orde te stellen en zodoende de aan hem toekomende
grondrechten te kunnen effectueren. Het recht op inzage vormt daarmee een belangrijk onderdeel
van het transparantiebeginsel dat geldt in de relatie tussen overheid en burgers en dat samenhangt
met rechtstatelijke noties als voorzienbaarheid, draagvlak, vertrouwen en controle. De CTIVD richt
haar onderzoek op de verwerking van persoonsgegevens vanwege het inbreukmakende karakter
ervan. Voor het onderwerp inzage betekent dit dat in dit rapport alleen verzoeken tot kennisneming
van persoonsgegevens zijn onderzocht.
Zowel het onderzoek naar notificatie als inzageverzoeken betreft een onderzoeksperiode van zes
maanden (na aankondiging) en wordt, conform artikel 79 van de Wiv 2002, afgesloten met een
openbaar toezichtsrapport.
1
Te raadplegen via www.ctivd.nl.
1
Tijdsverloop van het onderzoek
De CTIVD heeft het concept-toezichtsrapport vastgesteld op 19 april 2017. Vervolgens is dit rapport
op 17 mei 2017 tegelijkertijd aan de beide diensthoofden gestuurd voor een controle van de feitelijke
bevindingen en aan de beide ministers voor een oordeel over de openbaarmaking van eventuele
staatsgeheime informatie. De CTIVD heeft het toezichtsrapport vastgesteld op 14 juli 2017. Het
toezichtsrapport is in verband met het reces van de Tweede Kamer, op 25 juli 2017 aan de beide
ministers gestuurd met het verzoek het rapport binnen zes weken toe te sturen aan de beide Kamers
der Staten-Generaal.
Afbakening van het onderzoek
Inzageverzoeken die zien op andere gegevens dan persoonsgegevens, dat wil zeggen op bestuurlijke
aangelegenheden (gebeurtenissen, onderwerpen, etc.) zijn in dit onderzoek buiten beschouwing
gelaten. Dit onderwerp komt aan de orde in een afzonderlijk onderzoek dat op 19 juli 2017 is
aangekondigd.
Wat ook buiten het onderzoek is gelaten, zijn inzageverzoeken van (voormalig) medewerkers van de
diensten die zien op personeels- en salarisadministratie (art. 49 Wiv). Dit omdat deze verzoeken zien
op de bedrijfsvoering van de diensten.
De CTIVD doet in het onderhavige onderzoek geen uitspraken over de besluitvorming in individuele
inzageverzoeken die onderwerp zijn, dan wel zijn geweest, van een bezwaar- en/of beroepsprocedure.
Nu in de bezwaarprocedure en de procedures in beroep en hoger beroep in beginsel van alle
achterliggende stukken kennis kan worden genomen en op basis van die stukken een gefundeerde
beslissing kan worden genomen, is hier ook geen reden toe. De informatiepositie van het bestuursorgaan
dan wel de rechter is in deze gelijk aan die van de CTIVD. Dergelijke beslissingen maken wel deel uit
van het voorliggende onderzoek, maar slechts in zoverre dat zij onderdeel zijn van een systeem dat op
haar rechtmatigheid wordt getoetst.
2
Opmerking verdient hier verder dat in dit onderzoek niet is betrokken de vraag in hoeverre de
gegevens die de diensten onder zich hebben al hadden moeten worden vernietigd. De CTIVD heeft
reeds in eerdere rapporten gewezen op het belang van vernietiging en derubricering van gegevens.
3
De diensten zijn wettelijk verplicht gegevens die, gelet op het doel waarvoor zij zijn verwerkt, hun
betekenis hebben verloren, te vernietigen (art. 43 Wiv 2002). Ook dienen zij periodiek te onderzoeken
of de rubricering van gegevens kan worden herzien dan wel beëindigd (art. 44 Wiv 2002, artikel 5
Besluit Voorschrift informatiebeveiliging Rijksdienst Bijzondere Informatie 2013
4
). Gegevens die
gederubriceerd zijn, kunnen in aanmerking komen voor overbrenging naar het Nationaal Archief. Daar
zijn de gegevens toegankelijk voor een breed publiek. Aan de overbrenging van gegevens naar het
Nationaal Archief en de vernietiging van gegevens dient een vastgestelde selectielijst ten grondslag te
liggen. De vaststelling van deze selectielijst heeft lang op zich laten wachten.
5
In 2016 zijn de generieke
selectielijsten voor de AIVD en de MIVD tot stand gekomen. De selectie was onderwerp van een
gerechtelijke procedure, wat betekende dat er tot de uitspraak niet vernietigd mocht worden. De Raad
van State verklaarde het beroep in mei 2017 ongegrond (ECLI: NL: 2017: 1177).
Tevens heeft het onderzoek zich niet uitgestrekt tot een beoordeling of de gegevens die naar aanleiding
van een inzageverzoek zijn aangetroffen, rechtmatig zijn vergaard, tenzij er bepaalde aanwijzingen
2
3
4
5
Zie tevens Bijlage II, paragraaf 7.4.
Zie Rapport 33 (2012).
Besluit Voorschrift Informatiebeveiliging Rijksdienst Bijzondere Informatie (VIRBI 2013).
Zie voor de AIVD:
Staatscourant
2016/20699 en voor de MIVD:
Staatscourant
2016/20700.
2
bestonden die de rechtmatigheid van de vergaring in twijfel trokken. Die situatie heeft zich in dit
onderzoek niet voorgedaan.
Hoe heeft de CTIVD dit onderzoek uitgevoerd?
AIVD
Het onderzoek bestond uit dossieronderzoek en het voeren van gesprekken met medewerkers van de
AIVD. Daarnaast heeft de CTIVD schriftelijke vragen gesteld.
De inzagebesluiten in 2016 zijn onderzocht. In 2016 zijn in totaal 62 inzagebesluiten met betrekking
tot persoonsgegevens genomen. Ten aanzien van 3 inzagebesluiten geldt dat zij ten tijde van het
onderzoek onderwerp waren geweest van een bezwaar- of beroepsprocedure. Ten aanzien van 6 van
deze 62 besluiten stond ten tijde van het onderzoek door de CTIVD nog bezwaar dan wel beroep
open voor de verzoeker. Deze 9 besluiten zijn door de CTIVD om redenen als hiervoor genoemd niet
in haar onderzoek meegenomen. Van de 53 overgebleven zaken zijn steekproefsgewijs in totaal 19
inzagebesluiten en de achterliggende dossiers beoordeeld. Deze besluiten zijn willekeurig gekozen.
De CTIVD is van oordeel dat zij een representatief beeld van de uitvoering van inzagebesluiten heeft
verkregen.
MIVD
Het onderzoek bestond uit dossieronderzoek en het voeren van gesprekken met medewerkers van de
MIVD. Ook zijn schriftelijke vragen gesteld.
Aangezien de MIVD minder inzageverzoeken over persoonsgegevens krijgt dan de AIVD, richtte
het onderzoek bij de MIVD zich op de inzagebesluiten in 2015 en 2016. Het betreft in totaal elf
inzagebesluiten. Tegen één van de elf besluiten liep ten tijde van het onderzoek door de CTIVD
nog de bezwaarprocedure. Dit besluit is daarom buiten beschouwing gelaten. Van de overige tien
inzagebesluiten betreft één de niet-ontvankelijk verklaring van de verzoeker wegens niet voldoen aan
de wettelijke vereisten. In vijf gevallen werden geen niet-actuele persoonsgegevens aangetroffen. De
CTIVD heeft vier inzagebesluiten beoordeeld waarin niet-actuele persoonsgegevens van de verzoeker
waren aangetroffen.
3
Zgłoś jeśli naruszono regulamin