herman-0002.pdf

(449 KB) Pobierz
Bijlage behorende bij brief nr 1576305/01
BVD
INHOUDSOPGAVE:
Nieuwsbrief
Jaargang 5 - nummer 2
5 juli 2000
een beschouwing
over de commotie die is ontstaan, ook
binnen de Marokkaanse gemeenschap in Nederland, naar aanleiding van de
beoogde hervorming van het personen- en familierecht in Marokko.
verslag van de aanhouding in Nederland van een aantal leden van
de Turkse organisatie DHKP/C en van de activiteiten van hun vermoedelijk in
Nederland verblijvende leider Karatas.
Het Lockerbie-proces
Vorig jaar werd in Engeland door Vasily Mitrokhin en Christopher Andrew het boek
The Mitrokhin Archive' gepubliceerd. Het boek beschrijft de activiteiten van het
voormalige KGB, voornamelijk in West-Europese landen. Ook Nederland wordt
genoemd.
Bijlage behorende bij brief nr. 1576305/01
Hervorming personen- en familierecht Marokko
Inleiding
In Marokko, maar ook in Nederland, is in de afgelopen maanden een heftige discussie
losgebarsten over het onder koning Hassan II tot stand gekomen regeringsvoorstel om de
positie van de Marokkaanse vrouw te verbeteren. Dit Nationaal project voor de integratie van
de vrouw in de ontwikkeling van het land is ontworpen door het Marokkaanse Secretariaat
voor Sociale Zaken, Gezin en Kind. Het plan is in maart 1999 door de regering van premier
Youssoufi ingediend en voorziet in een belangrijke verbetering van de rechtspositie van
vrouwen. Het plan wordt gefinancierd door de Wereldbank. Het uit meer dan tweehonderd
punten bestaande voorstel betreft, naast thema's zoals het betrekken van vrouwen bij
ontwikkelingsprogramma's, onderwijs, gezondheidszorg en alfabetisering, vooral wijzigingen
in de
Moudawana,
het op de sharia gebaseerde Marokkaanse personen- en familierecht.
Met name de voorstellen rond het verbod op polygamie, het verhogen van de huwbare
leeftijd voor vrouwen van 15 naar 18 jaar, het toestaan van vrouwen om te trouwen zonder
toestemming van vader of voogd, het afschaffen van verstoting, de mogelijkheid voor
vrouwen om echtscheiding aan te vragen, het verdelen van het bezit na de scheiding en het
behouden van voogdij na hertrouwen, roepen heftige reacties op.
Weerstand
Vanaf de lancering is het regeringsvoorstel in Marokko aangevallen door de islamitische
wetsgeleerden, islamisten in het parlement (met name de partij voor Gerechtigheid en
Ontwikkeling
1
) en islamitische bewegingen. Kem van alle protesten is, dat de voorstellen
tegen de islam zouden zijn en een poging van het Westen om het familiestelsel in Marokko
te verstoren. Ook binnen de regering bestaat verdeeldheid over het voorstel. De
Marokkaanse minister van Godsdienst, die zich in eerste instantie als voorstander
profileerde, heeft zijn mening onder druk van de wetsgeleerden herzien.
Gebruikmakend van de commotie rondom het regeringsvoorstel zijn islamistische
bewegingen, die tot voor kort een marginale rol speelden, er in geslaagd zich in toenemende
mate te profileren. In februari 2000 heeft de partij voor Gerechtigheid en Ontwikkeling een
petitie uitgebracht, waarin de bezoekers van moskeeën worden opgeroepen tegen de
voorstellen te tekenen.
Op 12 maart bereikten de protesten naar aanleiding van het voorstel een climax, toen in
Casablanca en Rabat massaal werd gedemonstreerd, respectievelijk tegen en voor de
hervormingen. De demonstratie in Casablanca was, opmerkelijk genoeg, een gezamenlijk
initiatief van de organisatie van sjeik Yassine
2
en de partij voor Gerechtigheid en
Ontwikkeling en blijkt uiteindelijk de op één na grootste demonstratie uit de Marokkaanse
geschiedenis te zijn. Bij de demonstratie vóór de hervormingen in Rabat was de opkomst
veel minder groot, wat door de tegenstanders wordt uitgelegd als een overtuigende
overwinning en opleving van het islamistische gedachtegoed in Marokko. Om de angel uit de
discussie te halen, heeft premier Youssoufi het plan inmiddels doorverwezen naar een breed
samengestelde commissie, die met een voor het parlement en voor de koning aanvaardbaar
compromis moet komen.
1
Justice
et Development
2
Justice
et Bienfaisance
Bijlage behorende bij brief nr. 1576305/01
Reacties in Nederland
De Moudawana kent tal van bepalingen die ongunstig zijn voor vrouwen
(geïnstitutionaliseerde ongelijkheid). Omdat de Moudawana bepalend is voor de rechten van
iedere Marokkaanse vrouw, waar ter wereld ze ook woont, heeft de uiteindelijke uitkomst van
de discussie direct gevolgen voor de Marokkaanse vrouwen in Nederland. De discussie is
dan ook niet voorbijgegaan aan de Marokkaanse gemeenschap in Nederland. De onrust die
is ontstaan, wordt aangewakkerd door een tweetal petities die op dit moment rondgaan
binnen Marokkaanse moskeeën in Nederland.
Daarnaast heeft de
Vereniging van Imams Nederland (VIN) een petitie met gelijke strekking opgesteld, welke in
een kleiner aantal Marokkaanse moskeeën rondgaat.
De actie in Nederland gaat vooral uit van moskeebesturen en fanatieke moskeebezoekers.
Opmerkelijk is echter, dat ook een aantal imams tijdens de preek bezoekers heeft
opgeroepen de petitie te tekenen. Het komt in Marokkaanse moskeeën overigens zelden
voor dat imams een politieke boodschap in de preek opnemen. Uit het rondgaan van de
petitie en de oproepen van de imams blijkt, zoals reeds eerder gesignaleerd , dat de moskee
niet slechts als een religieuze maar ook als een politieke arena fungeert. Inmiddels zijn
ongeveer negenduizend handtekeningen in Marokkaanse moskeeën verzameld. Deze
Nederlandse handtekeningen zijn voor Marokko bijzonder waardevol. Het feit dat zelfs
landgenoten in het Westen inzien dat de hervormingen onwenselijk zijn, wordt gezien als hét
bewijs dat de normen en waarden van het immorele Westen niet goed zijn voor Marokko.
Voorstanders van de hervormingen laten zich ook in Nederland horen. De Marokkaanse
Vrouwenvereniging Nederland heeft, in samenwerking met het Euro-Mediterraan Centrum
Migratie en Ontwikkeling (EMCEMO) een tegenpetitie opgesteld, die op 8 maart aan de
Tweede Kamer is aangeboden.
Bezoek ministervan Justitie aan Nederland
Op 1 mei vond overleg plaats tussen de Marokkaanse minister van Justitie Azziman en
minister Korthals over de mogelijke erkenning door Nederland van delen van het
Marokkaanse personen- en familierecht. Marokko heeft het personen- en familierecht altijd
als een belangrijk onderwerp gezien in de bilaterale betrekkingen tussen Marokko en
Nederland. Het is een grote wens van Marokko om een verdrag te sluiten waarin de
Moudawana door Nederland wordt erkend. Deze erkenning wordt als ruil gezien voor de
bereidheid van Marokko om Nederlandse gevangenen vanuit Marokko naar Nederland over
te brengen. Het ministerie van Justitie in Nederland heeft tot nu toe een afhoudende houding
aangenomen ten aanzien van de erkenning. De resultaten van de besprekingen op 1 mei
worden een dezer dagen bekend. In de eerstvolgende BVD nieuwsbrief zal daarover verslag
worden gedaan.
3
De politieke Islam in Nederland. Rapport BVD 1998.
Bijlage behorende bij brief nr. 1576305/01
Relatie met Marokko
Marokko zoekt op verschillende fronten toenadering tot Nederland. Na de Marokkaanse
minister van Justitie heeft ook de Marokkaanse minister van mensenrechten, Aujjar
Nederland bezocht. Ook de Marokkaanse ambassadeur roert zich in Nederland. Zo heeft hij
persoonlijk zijn hulp aan de gemeente Gouda aangeboden bij de aanpak van problemen met
Marokkaanse jongeren. Ook Amsterdam en Rotterdam zijn door de ambassadeur bezocht
en Utrecht staat op het programma. Op verschillende terreinen wordt door Marokko aan
Nederland de hand gereikt om gezamenlijk tot een oplossing voor problemen te komen. De
betrokken gesprekspartners in Nederland dienen daarbij echter in ogenschouw te nemen dat
dergelijke initiatieven ten dele te beschouwen zijn als pogingen vanuit Marokko om invloed
op de Marokkaanse gemeenschap in Nederland te verkrijgen of deze te versterken.
Bijlage behorende bij brief nr. 1576305/01
Het Lockerbie-proces
Hieronder volgt een summiere schets van de ontwikkelingen die circa twaalf jaar na dato
uiteindelijk uitmondden in de berechting van de twee Libiërs door een in Nederland gevestigd
Schots Gerechtshof.
Achtergrond
Op 21 december 1988 stortte een Boeing 747 (PanAm-vlucht 103) neer boven het Schotse
plaatsje Lockerbie. Het verzamelde bewijsmateriaal leidde er in eerste instantie toe dat de
daders gezocht werden in kringen van de Palestijnse organisatie PFLP-GC van Ahmad Jibril
en binnen Syrië en Iran. Bijna drie jaar later ging de beschuldigende vinger in de richting van
Libië. De Verenigde Staten en Groot-Brittannië vroegen in november 1991 om uitlevering
van twee Libiërs: Abdel Baset Ali el-Megrahi en al-Amin Khalifa Fhimah, beiden
medewerkers van de Libische inlichtingendienst.
Omdat Libië niet akkoord ging met uitlevering van de verdachten werd in april 1992
VN-resolutie 731 van kracht. Vanaf dat moment gold een wapen- en luchtvaartembargo
tegen Libië en werden de Libische diplomatieke vertegenwoordigingen ingekrompen. De
Libische olie-export viel nadrukkelijk buiten het embargo.
Begin 1999 heeft Libië ingestemd met uitlevering van beide verdachten. Binnenslands gaf
deze uitlevering problemen omdat de stammen van de verdachten niet akkoord gingen.
Het laten voeren van het proces telt voor Libië echter zwaar. De sancties waren al zeven jaar
van kracht, werden af en toe aangescherpt en het land was in een economisch en politiek
isolement terechtgekomen. Nadat de VS en Engeland akkoord waren gegaan met berechting
in een neutraal land -zij het voor een Schotse rechtbank en volgens Schots recht- leverde
Libië de beide verdachten dan ook daadwerkelijk uit. Op 5 april 1999 arriveerden zij in
Nederland; sindsdien verblijven zij in een zwaarbewaakte gevangenis op Kamp Zeist. De
sancties zijn direct na de uitlevering opgeschort.
Zgłoś jeśli naruszono regulamin