1971-04.pdf

(1328 KB) Pobierz
B I N N S N L A N D S E
V E I L I G H E I D S D l E N S ' ?
Maandoverzicht
na.k
- 1971
(Tijdvak l-if-1971 t/m 30-**-1971)
I
=
N
=
H_0_U
=
D
No. 1.048.38^
Biz,
I.
Het Extremisme in Nederland
De resultaten van de CPN bij de verkiezingen
voor de Tweede Kamer
De CPN en de demonstratie van NKV en NVV
in Groningen
fi ederlands e Volksunie
1
7
9
II.
Ontwikkelingen in de internationale
communistische beweging
Beknopt overzicht van de belangrijkste gebeurtenissen
in de communistische beweging in de laatste weken...
13
HET EXTREMISME IN NEDERLAND
De resultaten van de CPN bij de verkiezingen voor de Tweede Kaner
L
De afschaffing van de opkomstplicht heeft het mogel:.jk ge-
maakt, dat de CPN bij de op 28 april 1971 gehouden verkieningen
voor de Tweede Kamer, ondanks een vermindering van het aantal op
haar uitgebrachte stemraen tot 2 6 2 9 (in 196?: 248.310 s^emmen),
4.9
het percentage verhoogd zag van 3,6$ in 19&7 tot 3»9# nu. i
Resultaten, behaald door de CPN bij de na-oorlogse
rerkie-
zingen voor de Tweede Kamer:
Stemmen
19^6
502.963
1948
382.001
1952
328.621
1956
272.054
1959
144.542
1963
173.457
1967
248.318
1971
2629
4.9
Procenten
10,6
7,7
6,2
2,8
3,6
3,9
De procentuele winst van 0 3 , die resulteerde in d
e
toe-
,$
wijzing van een restzetel, heeft de CPN recht gegeven op zee ze-
tels in de Tweede Kamer. Deze zullen worden bezet door del heren
M. BARKER (f ractie-voorzitter), H.J. HOEKSTRA (parti jvoorlzitter) ,
J.F. WOLFF (hoofdredacteur van "De Waarheid"), F. HEIS (liid Pro-
vinciale Staten Groningen), W.v.h.SCHIP (leider van de CRN-fractie
in de Amsterdamse gemeenteraad) en V/« KREMER (politiek sdcretaris
van het district Drenthe).
I
') De afgescheiden Bruggroep en de CPN samen behaalden ^79.265
stemmen.
- 2-
eleken
n
Resultaten in de verschillende provincies vergeleken
r
et die
welke behaald werden bij de Tweede Kamer verkiezingen in 19^
7
en
n
19*
de verkiezingen voor de Provinciale Staten in 1970.
TK '6?
PS
'70
%
Stemmen
35.816
950
.8
14,2
4,0
TK
'71
Stemmen
3.8
036
Stemmen
Groningen
Frieeland.
Drenthe
Overijssel
Gelderland
Utrecht
Nrd.Holland
Z.Holland
Zeeland
Nrd.Brabant
Limburg
18.655
7.920
5-395
13.873
9-316
7.37
1
*
109.399
52.702
1.396
11.627
10.622
6,4
2,8
2,9
2,9
1,2
1,8
6.711
12.686
7.841
9.315
730
.3
13.525
870
.8
%
11,1
3,5
M
2,9
1,2
1,7
9,0
3,0
0,8
1,5
Nederland totaal 248.318
8,7
3,2
0,8
1,3
2,2
3,6
6.464
95.964
41.707
1.097
9.454
9.282
236.602
3,1
1,2
2,0
9,9
3,4
0,8
1,5
2,6
4,4
6.919
102.204
44.572
1.280
11.864
10.124
2,4
3,9
246.299
De drie noordelijke grovincies
Nog profiterend van het zogenaamde MEIS-effect heeft de CPN
in de provincxe Groningen ten opzichte van de TK '67 in alle ge-
meenten een aanzienlijke winst kunnen behalen van gemiddeld 4,7$°
Vergeleken met de PS '70 is die winst in de meeste gemeenten met
ongeveer 3,1$ gedaald. Een meer dan gemiddeld verlies deed zich
voor in de gemeenten, die in de afgelopen tijd als actiecei.tra
konden worden aangemerkt: Oude Pekela (van 41,6$ bij de PS '70
naar 32,5# nu), Veendam (15,5$ - 10,1$), Winschoten ( 5 6 - 18,6$),
2,$
Bellingwedde (31,1$ - 24,2$), maar ook in de van oudsher
a..s
com-
munistische bolwerken bekend staande gemeenten Beerta
4 , $ en Finsterwolde ( 9 6 - 6 , $ .
89)
6,$
38)
Ook in de provincies Friesland en Drenthe kwam de CP
in stemmen als in percentage in vergelijking tot TK '6? to
zowel
duide-
lijke winst. In Friesland werd wel verlies geleden ten opz Lchte van
PS '70; dit was gelijkmatig over de gemeenten verdeeld; Heprenveen
bleef met 11,0$ van ds stemmen het belangrijkste CPN-bolwerk. In
Drenthe is het stemmental ten opzichte van PS ' 0 nog toegenomen.
7
De gemeente Emmen nam van het totaal aantal stemmen bijna de helft
voor haar rekening.
- 3-
De provincie Noord-Holland
Noord-Holland levert meer dan 40# van het totaal in Nederland
op de CPN uitgebrachte stemmen. Het nu behaalde percentage (9iO$)
betekent ten opzichte van TK ' ? een winst van 0,3$; ten opzichte
6
van PS ' 0 daarentegen een relatief groot verlies van 0,9#«
7
Amsterdam en de Zaanstreek, gebieden waar de CPN een naar
verhouding sterke positie inneemt, vormen op het algemene beeld
geen uitzondering: in Amsterdam behaalde de partij 15,8$ van de
stemmen (TK ' ? : 14,7# en PS ' 0 : 17,5#); in de Zaanstreek 15,956
6
7
(TK ' 7 : 14,8# en PS ' 0 : 16,6#).
6
7
De overige grovincies
De provincies Overijssel, Gelderland, Utrecht, Zuid-Holland,
Zealand, Hoord-Brabant en Limburg leveren tezamen minder dan een-
derde van het totale stemmental. Daarvan komt dan nog meer dan de
helft voor rekening van Zuid-Holland. Het totale beeld van deze
provincies levert een percentage dat vrijwel gelijk is aan dat van
TK '67« Ten opzichte van PS ' 0 procentueel een gering verlies
7
(- 0 2 ) De provincie Noord-Brabant vormt met (geringe) winst
,#.
over de hele linie hierop een uitzondering. De grote steden Den Haag
en Rotterdam daalden met respectievelijk 3»3$ en 5,5$ der stemmen
tot beneden het peil van de TK ' 7 Het stemmental bleef met 9110
6.
voor Den Haag en 18.482 voor Rotterdam ongeveer gelijk aan dat van
PS ' 0
7.
De invloed_van het "MEIS-effect"
De door de CPN behaalde winst van een zetel is vrijwel uit-
sluitend tot stand gekomen als gevolg van de winst in de d'rie noor-
delijke provincies, aangezien de verschuivingen van de percentages
in de overige provincies slechts minimaal waren. Het ligt voor de
hand te veronderstellen, dat het in het Noorden behaalde voordeel
veroorzaakt is door de nawerking van het bij de verkiezingen voor
de Provinciale Staten in 1970 in zo sterke mate opgetreden "MEIS-
effect". Dat dit effect zich in aanzienlijk mindere mate doet ge-
voelen dan vorig jaar valt af te lezen uit de achteruitgang ten
opzichte van de verkiezingen voor zowel de Provinciale Staten in
februari 1970 als de gemeenteraden in juni van dat jaar. Enerzijds
.
!
kan dit zijn oorzaak vinden in het feit, dat de CPN in het Noorden
raeer in het vooruitzicht gesteld heeft dan later bleek te kuanen
worden gerealiseerd, anderzijds is het mogelijk dat de oorzaak ge-
zocht moet worden in de omstandigheid dat de CPN de laatste tijd
minder duidelijk op de voorgrond trad, omdat ook andere groepen
zich meer gingen inzetten voor het Noorden. De gemiddelde winst van
3,4$, die bij de PS ' 0 ten opzichte van 196? werd behaald, is nu
7
teruggelopen tot 2,2#. Van dit verlies komt het leeuwendeel voor
rekening van de provincie Groningen.
De gebondenheid van het kiezerskorgs aan de g
Als gevolg van de afschaffing van de opkorastplicht kan door
vergelijking van de resultaten van de nu gehouden verkiezing met
die van de verkiezingen voor de Tweede Kamer in 196? en voor de Fro-
vinciale Staten in 1970 enige opmerkingen worden gemaakt me-t betrek-
king tot de mate van gebondenheid van GPN-stemmers met hun jartij.
Ten opzichte van TK '6? blijkt de CFN in alle provincies, m« t uit-
zondering van de drie noordelijke en Noord- Brabant, in stemnental
achteruit gegaan te zijn, terwijl het percentage is gestegei . Ten
opzichte van PS '70 is het CPN-stemmental in alle provinciet , be-
halve in Groningen en Friesland, toegenomen, terwijl het pei centage
is gedaald of gelijk gebleven. In aanmerking nemend, dat de kezers
nu in veel grotere getale dan in 1970 ter stembus zijn gegaE n, wet-
tigt een en ander de conclusie, dat de CFN in mindere mate ran an-
dere parti jen te lijden heeft van de afschaffing van de opk( mst-
plicht. £en laag opkomstpercentage levert derhalve voor de ( PN pro-
centueel winst op (PS ' 0 . Een grotere opkomst zoals nu levert de
7)
partij naar verhouding een lager percentage op.
De verwachting, dat de CPN beschikt over een kiezerskorps met
een relatief sterke binding aan de partij, is in kringen vai. de par-
tijleiding steeds levendig goweest. Reeds tijdens het 22ste Partij-
congres in februari 1970 verkondigde oud-parti jvoorzit ter D«J GROOT
in verband mot de afschaffing van de opkomstplicht de opvat';ing
dat stemmentallen voor de CPN eigenlijk gelijk staan met leden-
t alien o
Zgłoś jeśli naruszono regulamin