1990-4.pdf

(994 KB) Pobierz
+#***+++++
+*•*•+++++
++•*•+++++
++#••+++++
+*•••+++++
Ministerie van Binnenlandse Zaken
Binnenlandse Veiligheidsdienst
KWARTAALBERICHT 4* KWARTAAL 1990
INHOUD:
Introductie
I
INTERNATIONALE POLITIEKE ONTWIKKELINGEN
- Polen: na de presidentsverkiezingen
II
DEMOCRATISCHE RECHTSORDE
- Terrorisme: voortzetting RRA-offensief op het continent
Hl
VEILIGHEID VAN DE STAAT
- Inlichtingenactiviteiten: Maritiem Beraad
IV
DIVERSEN
- Geschiedenis van de Binnenlandse Veiligheidsdienst
- De nieuwe BVD gaat van start
Introductie
Hoewel het nieuwe jaar bij het uitkomen van dit Kwartaalbericht al weer enkele weken
oud is, wül< toch niet nalaten om u allen langs deze weg een voorspoedig 1991 toe
te wensen.
De internationale ontwikkelingen, met name de Golfoorlog, zullen in ieder geval de
komende tfld weer een bijzondere inspanning vergen van velen van u en ook van
onze Dienst.
Voor de Binnenlandse Veiligheidsdienst is 1991 een bijzonder jaar. Wij zgn inmiddels
van start gegaan met een nieuwe structuur en werkwijze, beide bedoeld om de taak
van de Dienst in de toekomst nog beter te kunnen uitvoeren.
In dit Kwartaalbericht wordt uitvoerig ingegaan op de kenmerken van de "nieuwe
BVD" en wat u daarvan in de praktijk zult merken.
het hoofd van de Binnenlandse Veiligheidsdienst,
Mr. A.W.H. Docters van Leeuwen
Den Haag, 20 januari 1991
I. INTERNATIONALE POLITIEKE ONTWIKKELINGEN
POLEN: OE PRESIDENTSVERKIEZINGEN
Nadat de vakbond Solidamosc in april 1989 door
middel van ronde-tafetonderhandelingen met de
communisten erin geslaagd was om gelegaliseerd te
worden, is het snel in macht en aanzien gestegen. Al in
september van dat jaar kon de insteltectueelen
Solklarnosc-aanhangerT. MAZOWIECKI tot premier
worden benoemd.
Bij de eerste volledig vrije (lokale) verkiezingen in mei
1990 werden de communisten weggevaagd. Als reactie
hierop gingen in Sofidarnosc-kringen steeds meer
stemmen op om de akkoorden die bij de ronde-
tafelgesprekken met de communisten tot stand waren
gekomen, op te zeggen. De hierop volgende discussie
bracht een splitsing teweeg binnen de vakbond:
de stroming rond vakbondsleider WALESA wikte dat de communisten snel uit
hun machtspositie verwijderd zouden worden en dat Polen binnen korte
termijn de overgang naar een markteconomie zou maken.
premier MAZOWIECKI en zijn aanhangers waren juist van mening dat de
politieke en economische hervormingen geleidelijk moesten verlopen om
destabilisatie van het land te voorkomen.
Beide stromingen gingen daarop over tot de oprichting van politieke bewegingen. De
Centrum Alliantie, van voornamelijk arbeiders, steunde WALESA in zijn streven om
president van Polen te worden.
De intellectuelen, met premier MAZOWIECKI aan het hoofd, waren overwegend lid
van de Burgerbeweging-Democratische Actie (ROAD).
Tijdens de verkiezingscampagne om het presidentschap van Polen werd de strijd
door WALESA gedomineerd. Zijn gevaarlijkste concurrent bleek niet de
gewetensvolle MAZOWIECKI maar een volkomen onbekende, Stan TYMINSKI. Deze
Poolse zakenman, die in de verenigcle Staten miljonair was geworden, sprak zich o.a
uit voor een volledig vrije economie en stopzetting van elke staatsbemoeienis. Hij was
ook niet bang om krasse uitspraken te doen: zo verklaarde hij zich voorstander van
een Poolse atoombom, maakte hij MAZOWIECKI uit voor landverrader en
beschuldigde hij WALESA van KGB-cormecties.
De uitslag van de eerste ronde van de presidentsverkiezingen op 25 november jl. was
zeer onverwacht. Terwijl iedereen verwachtte dat de tweede ronde tussen WALESA
en MAZOWIECKI zou gaan, bleek dat MAZOWIECKI als derde was geëindigd, zodat
WALENSA het in de tweede ronde moest opnemen tegen TYMINSKI.
De zeer teleurgestelde MAZOWIECKI bood daarop zijn ontslag aan als premier.
Intussen had MAZOWIECKI zijn kiezers geadviseerd om in de tweede ronde op
WALESA te stemmen. Ook de invloedrifre rooms-katholieke kerk van Poten sloot zich
hierbij aan, door middel van een brief die van de kansel werd voorgelezen.
Bij de tweede verkiezingsronde kreeg WALESA 75% van de stemmen en werd
daarmee de eerste na-ooriogse president die in vrije verkiezingen tot dat ambt
gekozen is.
Opmerkelijk in deze vrije presidentsverkiezingen was het lage opkomstpercentage
van de kiezers: 60% in de eerste ronde en 53% in de tweede.
NIEUWE REGERING
Op 22 december 1990 is WALESA als president van Polen geïnstalleerd, waarbij hij
aan de eedformute de zelf bedachte woorden 'met Gods hulp' toevoegde. In zijn
eerste toespraak benadrukte hij dat Polen h goede nabuurschap wilde leven met
Duitsland, de Oekraïne, Wit-Rusland en Litouwen (de Sovjet-Unie noemde hij niet). Hij
verklaarde op economisch gebied de politiek van de demissionaire premier
MAZOW1ECKI te zullen volgen.
Tijdens zijn pogingen om een nieuwe premier te vinden, stuitte hij op vrij veel
moeilijkheden. Drie kandidaten die Nj voor die post gevraagd had, trokken zich terug
wegens vergaande meningsverschillen met de gekozen president.
Pas op 4 januari 1991 kon het Poolse parlement het voorstel van WALESA
goedkeuren om de 39-jarige Jan Kryztof BIELECKI tot premier te benoemen. Deze
zei in een korte toespraak voorrang te verlenen aan de oplossing van de
economische problemen. Onder de negentien kandidaat-ministers bevinden zich
zowel kopstukken van het vorige kabinet als nieuwkomers. Twee sleutelfiguren
binnen de vorige regering, vice-premier en minister van Financiën Leszek
BALCEROWICZ en minister van Buitenlandse Zaken Krysztof SKUBISZEWSKI, keren
in dezelfde functie terug. Drie andere ministers behouden eveneens hun functie en
drie onderministers zijn tot minister bevorderd; de anderen zijn allen nieuw.
BIELECKI heeft aangekondigd te zullen ijveren voor een herschikking van de
schuldenlast van Polen, die 42 miljard dollar bedraagt.
Een andere belangrijke taak van de nieuwe regering is het uitschrijven van de eerste
vrije parlementsverkiezingen. Die zullen waarschijnlijk in het voorjaar van 1991
gehouden worden. Het Poolse parlement bestaat nog steeds voor tweederde uit
afgevaardigden die tijdens het communistische regime benoemd werden krachtens
de akkoorden van de ronde-tafelconferentie van april 1989 tussen de
communistische machthebbers en Solidarnosc.
LEGER EN INLICHTINGENDIENSTEN
De politieke en economische toestand van Polen dwingt de militairen zich aan de
veranderde omstandigheden aan te passen. Generaal i
, vice-
minister van Defensie en stafchef van het Poolse leger, heeft op 22 november J. in
het parlement de plannen voor de herstructuering van het leger ontvouwd. De
president van het land wordt opperbevelhebber van de strijdkrachten. Het aantal
manschappen neemt af, en daalt van 412.000 naar 305.000 man. Hierdoor zullen er
ook minder generaals nodig zijn: 80 in plaats van 172. De helft van het leger zal
bestaan uit beroepsmilitairen. Of WALESA - die al vaker heeft laten blijken
voorstander te zijn van een sterk leger - het met de voorgestelde inkrimping van het
defensieapparaat eens is, moet afgewacht worden.
Zgłoś jeśli naruszono regulamin